Tunisch gehaakte katoenen trui met aangehaakte mouwen

Deze tunisch gehaakte trui heeft aangehaakte mouwen. Het voor- en achterpand loopt door in ongeveer 3/4e deel van de mouwen. Het gebuikte garen is katoen van Drop Safran. Er is gehaakt met tunische haaknaald nr. 4,5 en er zijn 11 bollen gebruikt (voor maat S). Omdat de mouwen zijn aangehaakt, is een lange kabel nodig (hier is een kabel van 0.75 m gebruikt).
De boorden zijn later aangehaakt met een gewone haaknaald (nr. 3,5) in een boordsteek van vasten.

Voor het haken van deze trui is wel wat haakervaring nodig.

Motieven

Het hoofdmotief (motief 1) bestaat uit 1 toer in de tunische basisteek, 1 toer met samen gehaakte steken, 1 toer in de tunisch basissteek en 1 toer in de tunische averechtste steek.

Een variatie hierop (motief 2) is gebruikt aan de bovenkant van de trui. Daarbij is de averechtse toer weggelaten.

Kijk hier voor een uitgebreidere beschrijving van de motieven.

Werkbeschrijving

Rugpand trui

Er is eerst een ketting gehaakt van 110 lossen. De eerste toer is gehaakt in de tunische basissteek. Daarna is verder gehaakt in motief 1.
De eerste toer bestaat uit tunische basissteken. In de tweede toer zijn steeds 2 steken samen gehaakt, waarna een steek is opgenomen in de horizontale steek uit de teruggaande toer. De derde toer is weer een toer in de tunische basissteek. De vierde toer is gehaakt in de tunische averechtse steek.
In dit motief 1 is verder gehaakt tot een hoogte van 30 cm (zonder boord) (een andere gewenste hoogte kan natuurlijk ook). Elke 5 cm is 1 steek aan weerszijden gemeerderd (7 keer), tot een totaal van 124 steken.

Aangehaakte mouwen

Om de mouwen aan te haken is op een hoogte van 32 cm (zonder de boord) aan de linkerkant van het werk een ketting van 98 lossen aangezet. Hierop worden de meerderingen van de mouw gemaakt.

Aan de rechterkant worden de meerderingen van de mouw gemaakt door na elke teruggaande toer 4 lossen aan te haken. Zowel links als rechts zijn 17 keer 4 steken gemeerderd, daarna nog 1 keer 6 steken en 3 keer 8 steken. Het totaal aantal steken is dan 320 steken.

Haak dan verder in het motief 1 zonder nog te meerderen. Op een totale hoogte van 42 cm zijn 3 toeren in averechtse steek gehaakt. Daarna is verder gehaakt in motief 2.

Nek

Markeer op een totale hoogte van 50 cm middenachter op 160 steken aan weerskanten. 24 steken worden niet gehaakt, dus 12 aan weerszijden. Daarna worden aan de rechterkant nog 14 steken geminderd door ze niet te haken. Aan de linkerkant worden 14 steken geminderd door er halve vasten op te haken.

Voorpand trui en hals

Het voorpand van de trui is op dezelfde manier gehaakt als het rugpand. Op een totale hoogte van 47 cm is de hals gemaakt. Markeer eerst middenvoor op 160 steken aan weerskanten. Middenvoor worden 14 steken niet gehaakt, dus 7 steken aan elke kant.
De minderingen aan de rechterkant worden gemaakt door steken niet te haken. De minderingen aan de linkerkant worden gemaakt door halve vasten te haken op de steken die geminderd moeten worden. Minder aan weerszijden: 1×4, 1×3, 3×2, 7×1 steek.

Afwerking

Blocken is niet nodig.

Het voorpand en achterpand zijn aan de bovenkant van de mouwen aan elkaar gehaakt met halve vasten. Ook de zijkanten van de panden en de mouwen zijn aan elkaar gehaakt met halve vasten.

Aan de onderkant van de mouwen zijn daarna nog 50 steken opgenomen. Er zijn 3 toeren in averechtse steek gehaakt. Daarna is motief 1 nog 3 keer herhaald.

Boorden

De boorden zijn gehaakt in vasten, met een gewone haaknaald nr. 3,5.

Haak voor de boord aan de mouwen een ketting van 10 lossen. Haak hierop verder in vasten, waarbij de haaknaald steeds in de achterste lus van de steek eronder wordt gestoken. Daardoor ontstaat een rekbare boord. Aan de mouwen is een boord aangezet van 50 toeren in vasten. Aan de mouwzijde wordt de laatste steek steeds samen gehaakt met een steek van de onderkant van de mouwen.

De boord aan de onderkanten van de panden heeft een breedte van 12 steken. Er zijn 100 toeren gehaakt. Aan de kant van de panden wordt de laatste steek steeds samen gehaakt met een steek van de onderkant van de panden. Omdat de panden zijn opgezet met 110 steken, moeten er dus verdeeld over de breedte 10 steken samen opgenomen worden.

De hals is afgewerkt met tunische steken door steken op te nemen rond de hals zoals ze zich voordoen. Daarna is 1 toer averechtse tunische steek gehaakt, 1 toer tunische basissteek en 1 toer halve vasten.