Dit tunisch gehaakte vest heeft raglanmouwen en is gehaakt in honingraatsteek. De gebruikte wol is alpacawol. Er is gehaakt met haaknaald nr. 5.5. Het is een lekker dik en warm vest.
Je kunt het vest haken zonder patroon. Ga uit van de maten van een vest dat lekker zit.
Maak eerst een proeflapje. Reken dan uit hoeveel steken nodig zijn voor de breedte op heuphoogte en op borsthoogte. Nu kun je uitrekenen met hoeveel steken je moet beginnen en hoeveel steken je moet meerderen. Meet de gewenste lengte tot de oksels. Reken uit hoeveel toeren daar voor nodig zijn. Nu kun je uitrekenen per hoeveel toeren je een steek moet meerderen.
Er is begonnen met 4 toeren in tunische basissteek. Dit krult een beetje op, maar dat geeft juist een leuk effect. Zodra je verder haakt in honingraatsteek krult het werk niet meer op.
Hieronder volgt een globale werkbeschrijving.
Werkbeschrijving tunisch gehaakt vest in honingraatsteek
Achterpand
Haak een ketting van het benodigde aantal steken en haak 4 toeren in tunische basissteek. Ga verder in honingraatsteek en meerder in de 5e toer na elke 3 steken 1 steek. Haak dan verder tot de armsgaten en meerder daarbij tot je het benodigde aantal steken hebt. Ga door tot de hoogte van de armsgaten. Haak dan voor de armsgaten aan de mouwkanten steeds 4 tunische basissteken. Minder aan beide kanten in elke heengaande toer 1 steek door 2 steken samen te haken. Minder deze steken steeds net voor de 4 tunische basissteken.
Voorpanden
Haak een ketting van het benodigde aantal steken en daarna 4 toeren in tunische basissteek. Ga verder in honingraatsteek en meerder in de 5e toer na elke 3 steken 1 steek. Ga dan door tot de armsgaten en meerder daarbij aan de zijkanten tot je het benodigde aantal steken hebt. Haak bij het linker-voorpand aan de rechterkant en bij het rechter-voorpand aan de linkerkant een rand van 6 steken in boordpatroon (gewone steek en averechtse steek). Haak daarbij aan de rechterkant meteen knoopsgaten in.
Minder vanaf armsgathoogte voor het armsgat in elke toer 1 steek. Haak aan de mouwkant steeds 4 tunische basissteken. Minder de steken steeds net voor de 4 tunische basissteken.
Minder voor de hals vanaf 5 cm boven het begin van het armsgat ook in elke 2e toer 1 steek. Doe dat net voor de 6 steken in boordpatroon. Per hoeveel toeren je een steek voor de hals moet minderen en vanaf welke hoogte, hangt af van de borstwijdte en van hoe diep je de V-hals wilt maken. Je moet bovenaan de voorpanden eindigen in een punt. Leg de panden regelmatig op het model dat je na haakt om te kijken of je goed uitkomt.
Raglanmouwen
Haak een ketting van het benodigde aantal steken en daarna 4 toeren in tunische basissteek. Ga verder in honingraatsteek en meerder in de 5e toer na elke 3 steken 1 steek. Haak verder en meerder daarbij aan de zijkanten tot je het benodigde aantal steken hebt. Dit aantal moet genoeg zijn om de kop van de mouw passend te kunnen maken. Tel daarvoor het aantal toeren van de armsgaten van het achterpand of voorpand. Je hebt evenveel steken nodig voor de breedte van de mouw.
Haak door tot je de benodigde mouwlengte tot aan het oksel hebt bereikt. Ga dan verder met de kop van de mouw. Haak aan beide kanten steeds 4 tunische basissteken. Minder in elke toer aan weerszijden 1 steek, net voor de 4 tunische basissteken. De mouw moet eindigen in een punt, eventueel kun je eindigen met enkele steken.
Gebruikte steek: tunische honingraatsteek