Dit truitje is tunisch gehaakt in een open motief, waarin toeren in tunische basissteken zijn afgewisseld met toeren waarin steken zijn samengehaakt. De mouwen hebben een lengte van 7/8, maar je kunt natuurlijk ook gewoon lange mouwen haken. Het gebruikte garen is Phil Perle 5 (Phildar) in de kleuren vieux roze (6 bollen) en peche (3 bollen) (voor maat S). De aanbevolen haaknaald is 2-2,5, maar in deze trui is gehaakt met tunische haaknaald 4.
Het motief
Het motief bestaat uit vier toeren. De eerste toer is gehaakt in de tunische basissteek. In de tweede toer zijn steeds twee steken samengehaakt, gevolgd door een omslag. In de derde toer is elke steek samengehaakt met de lus van de omslag uit de vorige toer, waarna weer een omslag volgt. In de vierde toer is in elke steek een basissteek gehaakt, gevolgd door een steek door het gat onder de omslag.
Daarna volgt weer een toer in basissteken etc.
Let er bij het meerderen en minderen van steken op dat de steken netjes boven elkaar blijven zitten.
Haken zonder patroon
Voor het model is geen patroon gebruikt. Als voorbeeld is een bestaande trui gebruikt. Aan de hand van een proeflapje is uitgerekend hoeveel steken nodig waren. In de beschrijving hieronder worden de stekenaantallen genoemd voor de trui op de foto. Deze trui is op maat gemaakt. Het is verstandig om een eigen berekening te maken en steeds te passen op een model dat goed past.
Boorden
De boorden zijn in hetzelfde motief gehaakt als de hele trui. Maar omdat ze in één kleur zijn gehaakt, ontstaat het effect van een boord. Deze boord rekt niet uit en moet dus ruim genoeg zijn.
Alle boorden zijn omgehaakt met vasten in de lichte kleur, met een gewone haaknaald nr. 3.
Rugpand trui
Voor het rugpand is eerst een ketting van 110 lossen gehaakt. Daarop zijn 12 toeren in het motief gehaakt met de donkere kleur (de boord). Daarna is verder gehaakt in twee kleuren. In elke toer is aan de linkerkant van kleur gewisseld. Aan beide zijkanten is 7 keer 1 steek gemeerderd tot in totaal 124 steken.
Op een totale hoogte van 33 cm is overgegaan op een streeppatroon. Daarvoor is alleen de teruggaande toer van de eerst toer en de heengaande toer van de tweede toer in de lichte kleur gehaakt. De andere toeren zijn in de donkere kleur gehaakt. Nadat op deze manier drie donkere strepen zijn ontstaan, is helemaal overgegaan op de donkere kleur. In het voorbeeld is dat precies op de hoogte waar de mouwen komen.
Voor de nek zijn in de laatste 3 toeren middenachter 24 steken en vervolgens aan weerszijden 8 steken en 6 steken geminderd. 36 steken blijven over voor de schouders. Deze zijn afgewerkt met halve vasten. De totale hoogte van het rugpand is 57 cm.
Voorpand trui
Bij het voorpand is de werkwijze van het achterpand gevolgd. Voor de V-hals is het werk op een hoogte van 38 cm middenvoor gedeeld in twee delen van elk 62 steken. In elk deel is middenvoor eerst in drie toeren een steek geminderd in de heengaande toer en een steek in de teruggaande toer. Daarna is in elke teruggaande toer een steek geminderd, tot er nog 36 steken overblijven voor de schouders. Er is verder gehaakt tot aan een totale hoogte van 57 cm. De beide schouders zijn afgewerkt met een toer halve vasten.
Mouwen trui
Voor elke mouw is een ketting gehaakt van 58 lossen. De werkwijze is hetzelfde als bij het rug- en voorpand. Na de ‘boord’ is gemeerderd tot 84 steken. Verdeeld over de lengte van de mouw is aan weerszijden 6 keer een steek gemeerderd, tot in totaal 96 steken. De bovenkant van de mouw is in hetzelfde strepenpatroon gehaakt als de panden. De mouwen hebben een totale lengte van 45 cm (7/8). Na de laatste toer is nog een toer halve vasten gehaakt.
Afwerking
Alle delen zijn geblockt (gespannen) voor de trui in elkaar is gezet. Aan alle boorden is een randje in vasten in de lichte kleur gehaakt.
Voor de afwerking van de hals is een boord aangehaakt door steken op te nemen uit de panden. Daarbij is bij het schuine gedeelte van de V-hals na elke 2 steken steeds een steek extra opgenomen. Anders gaat de boord trekken. Vervolgens is eerst een toer in tunische basissteken gehaakt, vervolgens 2 toeren in het motief van samengehaakte steken gevolgd door een omslag. Daarbij zijn bij het laagste punt van de V en bij de nek in elke toer 2 steken geminderd. De hals is afgewerkt met een toer halve vasten en nog een toer vasten in de lichte kleur.