Dit motief is een variatie op het tunisch gehaakt diagonaal ajourmotief 1.
Je haakt het op dezelfde manier, maar er wordt steeds een extra tunische basissteek gehaakt. Daardoor ontstaat er een iets breder diagonaal motief. Dit motief is gebruikt in de blauwe sjaal in diagonaal ajourmotief 2.
Het motief ontstaat door in de heengaande toer de draad eerst door een steek te halen en daarna door nog een steek. Je kant als het ware een steek af. Er ontstaat een horizontaal streepje en een ruimte tussen twee steken. Daarna haak je nog een tunische basissteek.
In de teruggaande toer wordt boven de ruimte een extra losse gehaakt. Zo ontstaat er een gaatje.
Hoe je diagonale motief 2 haakt is het beste te zien in deze video.
Beschrijving
Voor deze beschrijving is uitgegaan van een proeflapje van 15 steken, maar je kunt dit motief haken met elk gewenst aantal steken.*
- Haak de eerste heen- en teruggaande toer in de tunische basissteek.
- Begin de volgende toer met 1 tunische basissteek. (Haak dan nog 2 tunische basissteken. Bij de tweede steek haal je de draad ook nog door de voorgaande steek. Haak daarna 2 gewone tunische basissteken.) Herhaal ( ) tot het einde van de toer. Eindig met 1 kantsteek.
In de teruggaande toer werk je de steken af op de normale manier, maar haak boven elke lege ruimte (boven het horizontale streepje) een extra losse.
- In de volgende heengaande toer haak je eerst 1 gewone tunische basissteek, en daarna (1 steek in het gaatje onder de extra losse van de vorige teruggaande toer. Daarna 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door 2 steken haalt. Vervolgens nog 1 tunische basissteek.) Herhaal ( ) tot het einde van de toer. Eindig met 1 kantsteek.
In de teruggaande toer werk je de steken weer af op de normale manier, maar haak boven elke lege ruimte (boven het horizontale streepje) een extra losse. Er ontstaat een gaatje schuin boven het gaatje uit de vorige toer. - De volgende heengaande toer is het zelfde als de vorige toer, maar haak nu eerst 2 tunische basissteken, daarna (1 steek door het gaatje, daarna 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door 2 steken haalt, en dan nog 1 tunische basissteek.) Herhaal ( ). Dit wijst zich eigenlijk vanzelf. Eindig met 1 steek door een gaatje, 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door 2 steken haalt en 1 kantsteek.
Teruggaande toer net als de vorige teruggaande toeren. - De volgende heengaande toer begint met eerst 3 tunische basissteken, dan (1 steek door een gaatje, 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door twee steken haalt. Daarna 1 tunische basissteek.) Herhaal ( ), eindig met 1 steek door een gaatje, 1 tunische basissteek en 1 kantsteek.
Teruggaande toer net als de vorige teruggaande toeren. - In de volgende heengaande toer haak je eerst 1 basissteek, dan 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door 2 steken haalt, dan 1 basissteek. Vervolgens (1 steek door het gaatje, 2 tunische basissteken, waarbij je de draad door 2 steken haalt, 1 basissteek.) Herhaal ( ). Eindig de toer met nog 1 tunische basissteek en 1 kantsteek.
- Ga verder met 3.
* Als je dit motief toepast bij een ander aantal steken, eindigen de toeren mogelijk met een ander aantal basissteken dan in de beschrijving hierboven.